Aandoeningen en hulpmiddelen

Trauma

Een verwonding of trauma is in de chirurgie een onderbreking van de continuïteit van een weefsel, bijvoorbeeld de huid of een bot, meestal door inwerking van uitwendig geweld.

Een wond of vulnus is meer specifiek een onderbreking van de continuïteit van de huid. Aangezien de huid een eerste barrière is van het immuunsysteem, kan doorbreking hiervan leiden tot wondinfectie.

Synoniemen voor of typen van een verwonding zijn onder andere trauma, letsel, hoofdwond, brandwond, schotwond, kneuzing, bloeding, steekwond en blessure.

De mate en de ernst van een verwonding wordt onder andere bepaald door de kracht waarmee het lichaam in aanraking komt met een voorwerp van buiten af, de vorm van het externe voorwerp en de gesteldheid van de getroffene (een bejaarde heeft brozere botten en kan bijgevolg bij een gewone val makkelijker een heup breken).

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de oorzaken van een verwonding.

– Scherpe verwonding: wordt veroorzaakt door het binnendringen van het lichaam door een voorwerp, bijvoorbeeld een gebroken glas of een mes bij een vechtpartij.

– Stompe verwonding: wordt meestal veroorzaakt door een val, aanrijding, vuistslag of iets dergelijks, waarbij de huid intact blijft, maar onderhuids een kneuzing of bloeding ontstaat.

– Verstuiking: een verstuiking is een verwonding waarbij een gewricht verder draait dan mogelijk is, resulterend in een verrekking/scheuring van de gewrichtsbanden, of een verrekking als een spier/pees te ver wordt gestrekt, met een gescheurde spier/pees als gevolg. Het verschil tussen een botbreuk, scheur in de gewrichtsbanden of een verrekte spier is soms moeilijk te bepalen.

– Fractuur: bij een fractuur of botbreuk is een bot ingescheurd of doorgebroken.

– Ruptuur:  scheuring van een pees, band of spier.

Enkele van deze verwondingen kunnen ertoe leiden dat een hulpmiddel noodzakelijk is om goed te kunnen functioneren.